Lastig: medische termen op de werkvloer
- Roel Visser
- 28 mei
- 1 minuten om te lezen
Vanuit betrokkenheid of behoefte aan duidelijkheid gebruiken, leidinggevenden en collega’s regelmatig termen als "burn-out", "depressie", of "angststoornis" in gesprekken of verslagen. Juridisch gezien is dat in Nederland een gevoelig en potentieel risicovol terrein.

Volgens de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) is medische informatie bijzondere persoonsgegevens. En dat betekent:
➡️ Werkgevers, HR en leidinggevenden mogen géén medische gegevens verwerken of opslaan, ➡️ Alleen een bedrijfsarts mag medische diagnoses stellen of bespreken met de werkgever — en zelfs dan slechts in functionele termen (wat iemand nog wél kan doen).
Hoe kan jij als HR-professional leidinggevende en collega’s hierbij helpen?
Gebruik functionele taal
Vermijd diagnoses. Zeg: “de medewerker ervaart spanningsklachten” of “kan tijdelijk bepaalde taken niet uitvoeren” i.p.v. “heeft een burn-out”.
Laat medische duiding over aan de bedrijfsarts
Werk samen met de arbodienst en beperk je tot het bespreken van belastbaarheid, re-integratiemogelijkheden en werkhervatting.
Respecteer de privacy in communicatie en verslaggeving
Gebruik neutrale termen in e-mails, gespreksverslagen en documenten. Geen medische details, zelfs niet als de medewerker die spontaan deelt.
Train leidinggevenden en collega’s
Zorg voor bewustwording binnen je organisatie. Niet iedereen kent de juridische grenzen of de gevoeligheid van medisch taalgebruik.
Het gaat niet alleen te voldoen aan de AVG en om boetes te voorkomen, maar vooral uit respect voor de privacy en integriteit van jouw medewerker.
Kommentare